Infectieziekten


Verkoudheid. Kan men verkoudheden voorkomen ?

Een verkoudheid wordt veroorzaakt door een van de tientallen virussen die de luchtwegen kunnen besmetten en die door mensen verspreid worden. Men kan dus alleen verkoudheden voorkomen als men zich volledig isoleert van andere mensen. Een verkoudheid krijgt men niet door in de tocht of de kou te staan, maar wel doordat een andere persoon ons besmet met een virus waartegen we geen of onvoldoende actieve antistoffen hebben. De opgebouwde immuniteit tegen deze virussen loopt vrij snel achteruit en is enkele jaren na een contact niet meer voldoende om bij een nieuwe infectie de symptomen te onderdrukken. Verkoudheden komen meer voor in de koude herfst- en wintermaanden omdat we dan vaker en langer met meerdere personen binnen verblijven in gesloten ruimten, waardoor de kans op een virusbesmetting via ingeademde lucht sterk toeneemt.

Antibiotica hebben geen enkel effect tegen een verkoudheid omdat die altijd wordt veroorzaakt door een virus.

Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Acute Bronchitis

Acute bronchitis is een ontsteking van de grote luchtpijptakken (bronchi) die nagenoeg uitsluitend door virussen wordt veroorzaakt. De voornaamste bacteriële verwekker, de kinkhoestbacil, komt nog zelden voor omdat de meeste mensen hiertegen zijn gevaccineerd. Eigenlijk is het enige verschil tussen een gewone verkoudheid en een acute bronchitis een verschil in gradatie en lokalisatie. Als de symptomen zich beperken tot de bovenste luchtweg (verstopte neus, keelpijn, kuchhoest) spreken we van een verkoudheid; als de infectie dieper gaat dan de stemspleet met sterke hoestprikkel en eventueel fluimen dan noemen we dit bronchitis, maar de virussen zijn dezelfde. Er is geen actieve therapie tegen de verwekker, want virussen zijn niet gevoelig voor antibiotica. De ziekte geneest spontaan, maar wat trager dan bij een verkoudheid. Antihoestmiddelen, middelen die slijm afdrijven (expectorantia) of slijm vervloeien (mucolytica) zijn niet erg effectief, maar kunnen wel nuttig zijn. Het beste is om factoren die hoestprikkels uitlokken (roken, gassen, mist, te droge lucht) te vermijden. Omdat tientallen soorten virussen dezelfde symptomen geven en er vaak meerdere soorten tegelijkertijd circuleren kan men meerdere verkoudheden of bronchitisaanvallen op korte tijd doormaken. Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Longontsteking (pneumonie Longontsteking is een ernstige infectieziekte die het longweefsel zelf aantast en waarbij vooral kortademigheid, koorts en een snelle hartslag op de voorgrond treden. Pneumonie wordt zowel door virussen als door bacteriën veroorzaakt, maar klinisch onderzoek alleen kan geen onderscheid maken. Een virale pneumonie is tamelijk goedaardig en geneest spontaan meestal zonder restletsels. Pneumokokken zijn de voornaamste oorzaak van een bacteriële pneumonie, die in 10-20% van de gevallen dodelijk verloopt als ze niet behandeld wordt met efficiënte antibiotica. Om geen risico te nemen zal elke pneumonie steeds met antibiotica behandeld worden en is vaak een hospitalisatie vereist. Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Chronische bronchitis

Chronische bronchitis is een ziekte die gekenmerkt wordt door chronisch hoesten en fluimen, maar is op zich geen infectieziekte zoals de naam zou laten vermoeden. De oorzaak ligt in een min of meer uitgebreid defect van het trilhaarsysteem. Het slijmvlies van onze grote luchtpijptakken (bronchi) beschermt zich door slijm te produceren waarin ingeademde stofdeeltjes en micro-organismen vastkleven. Dit slijmlaagje wordt permanent door trilhaarcellen naar boven geborsteld tot over de strotklep en afgevoerd in het maagdarmstelsel door regelmatige onbewuste slikbewegingen. Door herhaalde chemische prikkeling (roken, luchtvervuiling, toxische gassen) kunnen trilhaarcellen plaatselijk zodanig beschadigd worden dat ze afsterven en vervangen worden door littekenweefsel dat geen trilhaarfunctie meer heeft. Op die plaatsen wordt het slijm niet meer verder geborsteld en hoopt het zich op tot slijmvlokjes (fluimen of sputum). Dit veroorzaakt de hoestprikkels die door luchtstoten (hoesten) de slijmvlokjes trachten weg te blazen. Naarmate de defecte plaatsen uitgebreider worden neemt ook de frequentie van het hoesten en fluimen toe. Bij goed functionerende trilharen worden de bronchi tot onder de stemspleet bijna kiemvrij gehouden, maar commensalen uit de keelholte gaan op de opgehoopte slijmvlokjes vastkleven en verder aangroeien. Op dit chronisch patroon ontstaan acute opstoten telkens het slijmvlies extra geprikkeld wordt door luchtvervuiling (rook, mist, ozon) of door een virusinfectie van de luchtweg. Hierdoor ontstaat verhoogde slijmproductie, grotere ophoping, meer hoesten en fluimen. In de grotere slijmmassa gaan de commensale bacteriën beter groeien en hun afvalstoffen lokken fagocyten (eetcellen) waardoor fluimen geel tot groen verkleuren. Deze schijnbare infectie is alleen maar een verhoogde kolonisatie aan de buitenkant van het slijmvlies. Alleen in het eindstadium van chronische bronchitis ziet men echte infectie optreden door binnendringen van deze commensalen in het slijmvlies. Dit is de reden waarom antibiotica in de grote meerderheid der gevallen weinig of geen effect hebben op het verloop van de acute opstoot. De symptomen verminderen spontaan naarmate de oorzakelijke prikkeling afneemt. Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Keelontsteking (angina, faryngitis)

Angina is een acute ontsteking van de keelamandel en de omliggende slijmvliezen. De keelamandel is een lymfoid verdedigingsweefsel dat dubbelzijdig gelegen is aan de ingang van de luchtweg en het spijsverteringsstelsel. Elke pathogeen die via een van beide stelsels ons lichaam zou infecteren moet noodzakelijk voorbij de keelamandelen die volgepropt zitten met verdedigingscellen (lymfocyten, granulocyten). Het eerste contact vindt hier meestal plaats en brengt een ontstekingsreactie op gang met vermenigvuldiging van lymfocyten en het aanlokken van fagocyten, wat zwelling, roodheid en pijn veroorzaakt. Deze ontstekingsreactie is heviger naargelang het micro-organisme meer verschillende prikkels geeft die antistoffen gaan opwekken (antigenen zodat meerdere cellijnen van afweercellen zich gaan vermenigvuldigen en de zwelling en pijn toenemen. Het verder aanlokken van fagocyten om de aanvallers te vernietigen doet witte vlekjes (etterpropjes) ontstaan. De meest fequente verwekkers van angina zijn virussen(>80%); bacteriële infecties worden vooral veroorzaakt door streptokokken. Angina geneest in de regel spontaan in 2-10 dagen naargelang het soort ziekteverwekker. Virussen zijn niet gevoelig voor antibiotica. Streptokokken zijn doorgaans gevoelig voor penicilline en andere antibiotica, maar een behandeling heeft weinig effect op het ziekteverloop (minder dan één dag sneller vrij van symptomen). Ontstekingsremmers (paracetamol, ibuprofen, acetylsalicylzuur) daarentegen kunnen de pijn verzachten en de koorts doen verminderen. Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Oorontsteking (otitis) Acute otitis of middenoorontsteking komt vooral voor bij kinderen als een secundaire reactie op een (vaak lichte) ontsteking in de neus-keelholte. Door de ontsteking gaan de slijmvliezen zwellen en wordt de "buis van Eustachius", die een verbinding vormt tussen de keel en het middenoor, tijdelijk afgesloten. Deze buis zorgt ervoor dat de druk in het middenoor gelijk blijft aan de druk op het trommelvlies aan het buitenoor. Bij afsluiting zal er eerst onderdruk ontstaan in het middenoor en het onevenwicht in druk voor en achter het trommelvlies veroorzaakt oorpijn. Door de onderdruk wordt ook vocht aangezogen uit de weefsels waarin commensalen uit de keelflora zich kunnen vermenigvuldigen. Dit kan een onstekingreactie veroorzaken en fagocyten aanlokken met ettervorming, overdruk en sterkere oorpijn tot gevolg. Meestal verdwijnt de primaire oorzaak van de afsluiting na 2-3 dagen, loopt het middenoor spontaan leeg en is de zaak opgelost. Soms is het doorprikken van het trommelvlies door de NKO-arts nodig om de druk te verminderen. Antibiotica hebben slechts een beperkt nut en bieden verbetering van de symptomen bij 1 kind op 8 indien jonger dan 2 jaar en bij 1 op 20 indien ouder dan 2 jaar. Ze komen alleen in aanmerking als er na 48 uur nog geen enkele verbetering is opgetreden. Oordruppels zijn niet alleen nutteloos maar zelfs gevaarlijk bij perforatie van het trommelvlies. Pijnstillers en ontstekingsremmers (paracetamol, ibuprofen) helpen nog het best om de pijn te verzachten. Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Darmontsteking (enteritis, gastro-enteritis) Darmontsteking wordt veroorzaakt door virussen en pathogene bacteriën die het maagdarmstelsel meestal via besmet voedsel of drank binnenkomen. Symptomen zoals misselijkheid, braken, buikkrampen, diarree, soms koorts worden veroorzaakt, ofwel door lokale irritatie (toxinen) ofwel door invasie van pathogenen in het slijmvlies. De meeste darminfecties zijn viraal. Bacteriële infecties worden in België vooral veroorzaakt door Campylobacter (vlees van pluimvee) en Salmonella (eieren, vlees). Doorgaans zijn de symptomen tamelijk mild en verdwijnen ze spontaan na enkele dagen. Het belangrijkste is te zorgen voor voldoende vochtinname om uitdroging te voorkomen. Een  middel tegen diarree is alleen nuttig bij meer dan vier stoelgangen per dag. Behandeling met antibiotica is meestal onnodig en heeft bij een Salmonella-infectie soms tot gevolg dat men langer kiemdrager blijft. Zuigelingen en hoogbejaarden maken meer kans  op septicemie (infectie in de bloedbaan) die uiteraard wel moet behandeld worden met antibiotica. Cholera en dyssenterie zijn ernstiger maar komen alleen nog voor in landen met een zeer slechte hygiëne. Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Blaasontsteking (cystitis) Cystitis ontstaat doordat commensale bacteriën van de slijmvliezen en de huid via de uitwendige urineleider (urethra) tot in de blaas doordringen en er zich verder vermenigvuldigen. Cystitis komt meer voor bij vrouwen omdat de urethra bij de vrouw veel korter is dan bij de man. Normaal zorgt de sterke druk van de blaasspieren bij het wateren ervoor dat de urethra goed wordt schoongespoeld en een sterke sluitspier belet een snel doordringen van bacteriën tot in de blaas zelf. Oorzaken van frequente blaasinfecties zijn: te weinig drinken (onvoldoende spoeling), te lang wachten met wateren (meer aangroei van bacteriën) en mechanische effecten die de inbreng van bacteriën bevorderen (seksuele activiteit, slappe sluitspier, blaassonde) of hun aangroei door onvoldoende ledigen van de blaas (prostaathypertrofie, verslapping van de blaasspieren). Cystitis wordt snel verholpen door antibiotica (3-5 dagen) en voorkomen door voldoende (en soms extra) te drinken.
Terug naar boven

Terug naar de inleiding


Is hersenvliesontsteking (meningitis) besmettelijk ? Meningitis wordt veroorzaakt door micro-organismen, zowel door virussen als door bacteriën (vooral pneumokokken en meningokokken). De virussen waartegen wij geen behandeling hebben, geven meningitissymptomen die gelukkig spontaan genezen en bijna nooit restletsels nalaten. Een meningitis die door bacteriën wordt veroorzaakt is veel ernstiger en kan een dodelijke afloop hebben of zware restletsels geven. Indien echter tijdig wordt opgetreden kan ze bestreden worden met efficiënte antibiotica. Tegen sommige vormen van meningitis (veroorzaakt door meningokokken C en door Haemophylus Influenza type B) kan men zich bovendien laten inenten. De microben kunnen de hersenvliezen niet rechtstreeks bereiken, maar komen binnen langs het slijmvlies van de keel waar ze zich eerst vermenigvuldigingen. Dan kunnen ze doordringen in de bloedbaan en zo verder de hersenvliezen besmetten. De verantwoordelijke bacteriën, elk met een groot aantal varianten, zijn eigenlijk commensalen waartegen we doorgaans vlot immuniteit kunnen ontwikkelen en die slechts in uitzonderlijke gevallen diepe infecties, zoals meningitis, veroorzaken. De eerste besmetting in de keel veroorzaakt weinig symptomen en gaat meestal onopgemerkt voorbij.  Symptomen van meningitis treden pas op enkele dagen na de eerste besmetting in de keel. Een patiënt met meningitis is niet de bron van een besmetting, maar de pechvogel die zich slecht verdedigt en als enige van de vele besmette personen ziektesymptomen vertoont. Hij is het signaal dat er een lokale epidemie plaats heeft. Hij kan wel, voor hij meningitis heeft, tientallen contacten besmetten, net zoals de vele anderen die (nog) geen enkel symptoom vertonen maar die wel de besmetting verder kunnen zetten. Hierdoor is het zeer moeilijk om bij een meningitisepidemie efficiënte voorzorgsmaatregelen te nemen om nieuwe besmettingen te voorkomen. De meeste maatregelen, zoals de sluiting van scholen of van kinderdagverblijven, komen meestal te laat. Vermits het aantal geïnfecteerde personen die achteraf meningitis krijgen, uitermate klein is, is het beter alle contacten (vooral de jongere personen) te observeren om ze vanaf de eerste tekenen van meningitis te behandelen met een geschikt antibioticum. De gekende patiënt met meningitissymptomen is dus niet de gevaarlijkste bron om anderen te besmetten, maar wel de talrijke onbekende contacten die geen symptomen vertonen. maar die wel kiemdragers zijn. infecties Terug naar boven

Terug naar de inleiding